Elegast » Jeugdzorg » Diagnostische Centra
De onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra (OOOC) vormen een belangrijke hoeksteen in het jeugdhulpverleningslandschap. Ze leveren onderbouwde diagnostiek en gefundeerde adviezen aan voor verdere kwaliteitsvolle hulpverlening.
Als Diagnostische Centra bieden wij een vorm van intensieve hulp aan jongeren tussen 3 en 18 jaar die zich in een verontrustende opvoedingssituatie (VOS) bevinden of een jeugddelict hebben gepleegd. Elegast neemt tevens een sterke verantwoordelijkheid in de begeleiding van jongeren in acute crisissituaties.
Elegast beschikt over 3 OOOC’s (onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra) met een totale capaciteit van 85 ‘modules’. Dit vertaalt zich in 50 begeleidingen zowel residentiële diagnostiek, ambulante/mobiele diagnostiek en crisisopvang en begeleiding. De drie OOOC’s binnen Elegast bieden ons de mogelijkheid te profileren volgens leeftijd en aanmeldingsreden.
OOOC Harmonie
Capaciteit: 17
9
verblijf en
diagnostiek
5
diagnostiek
(ambulant)
3
crisisbedden
-12 jaar
Doelgroepen:
Jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie
Leeftijd van 3 tot 18 jaar
OOOC Jacob Jordaens
Capaciteit: 19
10
verblijf en
diagnostiek
9
VIA
(diagnostiek)
Doelgroepen:
Jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie
Leeftijd van 3 tot 18 jaar
OOOC Potgieter
Capaciteit: 14
9
verblijf en
diagnostiek
1
diagnostiek
(ambulant)
4
crisisbedden
+12 jaar
Doelgroepen:
Jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie
Jongeren die een jeugddelict hebben gepleegd
Leeftijd van 12 tot 18 jaar
Onze werking
De kernopdracht bestaat erin om via handelingsgerichte diagnostiek en volgens de principes van Signs of Safety een volledig en evenwichtig beeld te krijgen van de situatie van de jongere, zijn context en zijn netwerk. De probleemsituaties zijn dermate complex en onveilig dat de cliënt en hun contactpersoon-aanmelder niet meer weten welke vorm van hulp het beste is. We onderzoeken zowel de zorgen als de krachten binnen het gezin en de bredere leefomgeving. Daarbij betrekken we de jongere zelf, de ouders, het natuurlijke netwerk en eventueel betrokken hulpverleners. We gebruiken begrijpelijke taal en stellen het perspectief van de jongere centraal. Het onderzoek richt zich op wat nodig is om veiligheid, verbinding en ontwikkeling mogelijk te maken. We formuleren samen concrete doelen die richting geven aan verdere ondersteuning. Hierbij worden ook beschermende factoren en (netwerk)steunfigueren in kaart gebracht. Het is belangrijk dat het gezin zich erkend en betrokken voelt bij het proces. Het eindresultaat is een gedeeld en gedragen veiligheidsplan. Dit vormt de basis voor verdere hulpverlening of een veiligheidsplan op maat.
Onze werking wordt afgestemd op de situatie van de jongere en neemt minimaal 60 dagen in beslag. In de praktijk en afhankelijk van de complexiteit, de mate van (on)veiligheid, een terugkeer naar huis en beschikbare vervolghulpverlening wordt de onderzoeksperiode telkens verlengd met 30 dagen. We bieden binnen onze reguliere trajecten twee werkvormen aan.
De jongere blijft toevertrouwd aan zijn milieu. Gesprekken vinden plaats in de voorziening of in het milieu van de jongere met zowel zorg en netwerkfiguren van de jongere als met de jongere zelf.
De jongere verblijft residentieel binnen onze voorziening. Gesprekken vinden plaats in de voorziening of in het milieu van de jongere met zowel zorg en netwerkfiguren van de jongere als met de jongere zelf. De dagelijkse groepsobservaties en interacties tussen zorg, context en netwerkfiguren geven een breder beeld van het dagelijks functioneren van de jongere.
De residentiële opvang waarborgt de accute veiligheid van het cliëntsysteem.
Aanmelding
De Afdeling Continuïteit en Toegang (ACT) fungeert hier als vertegenwoordiger van de maatschappij die enerzijds de hulpgarantie biedt, anderzijds de lopende hulpverlening ondersteunt en continueert. De aanmelding verloopt via brede instap (CLB, pleegzorg, contextbegeleiding …), de gemandateerde voorzieningen, de Jeugdrechtbank of het crisismeldpunt.
Onze begeleiding
Voor de opstart van de begeleiding wordt er steeds een intake voorzien. Indien gewenst vindt er voor de intake een kennismakingsgesprek plaats. Hierbij wordt voornamelijk de voorziening voorgesteld en onze werking toegelicht. Bij de intake zijn de cliënt, het cliëntsysteem en de contactpersoon-aanmelder aanwezig. Hier worden de aanmeldingsreden, de doelstellingen en de verwachtingen van alle betrokkenen besproken en wordt het intakeformulier overlopen.
Na het afronden van het intakegesprek wordt, in geval van residentiële begeleiding, de jongere door zijn IB (individueel begeleider) rondgeleid, wordt de kamer aan de jongere toegewezen en maakt de jongere kennis met de leefgroep en de leefgroepwerking.
Bij opstart van een dossier wordt er een multidisciplinair team samengesteld, bestaande uit 3 disciplines.
De contextbegeleider concentreert zich op het thuismilieu van de jongere. Hij is aanwezig op het intakegesprek en heeft wekelijks minimum 1 gesprek met de ouder(s) en/of context in de voorziening of bij de ouder thuis. Verder legt hij ook contacten met significante derden, zoals eventuele vorige voorzieningen en hulverlening, scholen, netwerk en familieleden.
De psycholoog concentreert zich op de jongere, en probeert een duidelijk beeld te verkrijgen van diens mogelijkheden, beperkingen en belevingservaringen. Dat verwezenlijkt de psycholoog door een zo positief mogelijke vertrouwens- en werkrelatie met de jongere te creëren. Die relatie komt tot stand via gesprekken, spel- en gedragsobservaties en via psychologisch testonderzoek. Dit wordt aangevuld met informatie verkregen door contacten met derden, leerkrachten, medewerkers van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), voorgaande hulpverlening.
De IB staat in voor de begeleiding van de jongeren in de leefgroep. Hij bouwt mee aan een sfeervolle, gezellige en gestructureerde leefomgeving voor de jongeren.
Als IB is het wenselijk om aanwezig te zijn op de intake. De IB is het aanspreekpunt en de vertrouwenspersoon van zijn jongere gedurende de hele begeleidingsperiode. De IB volgt onder andere de contacten met de context en de vrijetijdsbesteding van zijn jongere op.
Onze methodiek
In het OOOC wordt er gewerkt volgens het protocol van de Handelingsgerichte Diagnostiek (HGD) en vanuit de drie basispijlers binnen onze organisatie: Signs of Safety, Traumasensitief Werken en Nieuwe Autoriteit.
Het multidisciplinair team zit regelmatig samen om het verloop van het dossier te bespreken. Ze maken een gezamenlijk oriëntatieplan en of een drie kolommenmodel op, op basis van de verkregen informatie uit de intake en het A-document. Dit betekent dat er hypotheses en onderzoeksvragen worden geformuleerd op basis van de aangeleverde informatie van de cliënt, het cliëntsysteem en derden. Het 3-kolommenmodel in Signs of Safety helpt om de situatie van een kind overzichtelijk en begrijpelijk in kaart te brengen. In drie kolommen worden achtereenvolgens de zorgen, wat goed gaat, en wat er moet gebeuren voor veiligheid beschreven. Dit model zorgt voor duidelijkheid en gezamenlijke focus voor zowel professionals als het gezin.
De onderzoeksvragen worden getoetst met specifieke methodieken en testing teneinde te komen tot een integratief beeld en een gefundeerde besluitvorming. Vanuit een gedegen multidisciplinair onderzoek formuleren we een gefundeerd, toekomstgericht en realistisch advies naar het cliëntsysteem en de contactpersoon-aanmelder via een uitgebreid diagnostisch verslag. Bij het geformuleerde advies maken we indicatiedoelstellingen op voor de vervolghulpverlening. We maken een eerste aanzet voor een veiligheidsplan dat specifiek is afgestemd op de situatie van het gezin. Dit doen we samen met het gezin, hun natuurlijke netwerk en de verwijzer. Zo zorgen we dat het plan haalbaar, gedragen en passend is bij wat nodig is voor de veiligheid van het kind.
Er wordt een adviesgesprek georganiseerd waarop alle betrokkenen worden uitgenodigd. De verslaggeving wordt bezorgd aan de CPA en/of aan de Jeugdrechter. De cliënt en/of cliëntsysteem kunnen steeds hun deel van het verslag opvragen aan de voorziening.
De diagnose, het advies en/of het veiligheidsplan vormt de basis van verdere hulpverlening.
Signs of Safety is een benadering binnen de jeugdzorg gericht op veiligheid van kinderen. Het is ontwikkeld om samen met gezinnen te werken aan oplossingen. De methode legt de nadruk op samenwerking tussen hulpverleners, ouders en kinderen. In plaats van alleen te focussen op risico’s, worden ook krachten en wat wél goed gaat in het gezin bekeken. Er wordt gewerkt met duidelijke en begrijpelijke taal voor iedereen. De centrale vraag is: “Wat moet er gebeuren om het kind veilig genoeg te laten opgroeien?” Veiligheidsdoelen worden samen met het gezin opgesteld. Er wordt gebruikgemaakt van hulpmiddelen zoals veiligheidsschalen en netwerkkaarten. Signs of Safety stimuleert actieve betrokkenheid van het sociale netwerk van het gezin. De aanpak is oplossingsgericht, transparant en versterkt het vertrouwen tussen gezin en hulpverlening.
Binnen Signs of Safety organiseren we netwerkberaden om samen te werken aan de veiligheid van een kind. In zo’n beraad komen niet alleen hulpverleners, maar ook familie, vrienden en andere betrokkenen bij elkaar. Het doel is om een sterk netwerk rondom het gezin te vormen dat meehelpt aan een veilige situatie. Het gezin wordt actief betrokken bij het kiezen van wie er meedenkt. In het netwerkberaad bespreken we wat er goed gaat, waar zorgen over zijn en wat er nodig is voor de veiligheid van het kind. Iedereen krijgt de kans om zijn of haar kijk te delen. Samen maken we duidelijke en haalbare afspraken. Dit vergroot de betrokkenheid en het draagvlak voor oplossingen. Het is belangrijk dat het gezin zich gesteund en gehoord voelt. Zo zorgen we er samen voor dat een kind veilig en met vertrouwen kan opgroeien.
Traumasensitief werken is een manier van omgaan met kinderen (en volwassenen) die mogelijk trauma hebben meegemaakt. Het gaat ervan uit dat probleemgedrag vaak een reactie is op ingrijpende ervaringen. In plaats van te vragen “Wat is er mis met jou?”, wordt gevraagd “Wat is er met jou gebeurd?” Deze benadering helpt om meer begrip en rust te brengen in de begeleiding of opvoeding. Professionals proberen veiligheid, vertrouwen en voorspelbaarheid te bieden. Ze reageren met geduld en empathie, ook als gedrag lastig is. Het doel is om stress te verminderen en veerkracht te vergroten. Traumasensitief werken vraagt dat je goed let op signalen van spanning of overprikkeling. Er wordt samengewerkt met het kind en vaak ook met ouders of verzorgers. Het is geen therapie, maar een respectvolle manier van ondersteunen met oog voor wat iemand heeft meegemaakt.
Nieuwe Autoriteit is een opvoedings- en begeleidingsmodel dat gericht is op het versterken van gezag zonder gebruik van macht of dwang. Het is ontwikkeld door de Israëlische psycholoog Haim Omer. De kern van Nieuwe Autoriteit is dat opvoeders aanwezig, betrokken en standvastig zijn. In plaats van controle, draait het om het opbouwen van een stevige en respectvolle relatie met het kind. Ouders en professionals leren om kalm en duidelijk te reageren, en grenzen te stellen zonder escalatie. Er wordt gewerkt met steunnetwerken, zoals familie of school, om de opvoeder te versterken. Belangrijke elementen zijn herstel, zelfcontrole en het tonen van waakzame zorg. Nieuwe Autoriteit richt zich op verbinding, verantwoordelijkheid en respect. Het biedt een alternatief voor zowel autoritair als toegeeflijk opvoeden.
OOOC Harmonie
Belgiëlei 203
2018 Antwerpen
Dorien Willems
03 286 75 25
03 286 75 27
harmonie@elegast.be
Bereikbaarheid
Velo 042 (100m) – Harmonie
Velo 043 (200m) – Grétrystraat
Halte Harmonie (100m): Tram 2, 6, 7, 15 – Bus 17, 30, 191
OOOC Jacob Jordaens
Jacob Jordaensstraat 73
2018 Antwerpen
Dorien Willems
03 285 91 50
03 285 91 89
jacob.jordaens@elegast.be
Bereikbaarheid
Velo 116 – Loosplaats (350m)
Velo 093 – Sint-Vincentius (500m)
Halte Sint-Vincentius (300m): Tram 4
Halte Loosplaats (350m): Bus 20, 21, 32, 191
Halte Lange Leemstraat (600m): Tram 2, 6, 15 – Bus 17, 191
OOOC Potgieter
Potgieterstraat 11-13
2060 Antwerpen
Bart D’Heer
03 235 01 15
03 235 73 16
potgieter@elegast.be
Bereikbaarheid
Velo 122 – Schijnpoort (300m)
Velo 113 – Helmstraat (350m)
Velo 038 – Pastorijstraat (550m)
Halte AZ Stuivenberg (50m): Bus 23, 30
Halte Handel (700m): Tram 2, 3, 5, 6